Vorig jaar werden 4.725 woningen in Vlaanderen ongeschikt of onbewoonbaar verklaard, zo blijkt uit het jaarverslag van Wonen in Vlaanderen. Het gaat om het hoogste cijfer in vijf jaar, al wil dat niet zeggen dat er effectief meer woningen in bouwvallige staat verkeren. Het kan er ook op wijzen dat gemeenten zelf meer proactief controles uitvoeren.

Om welke problemen gaat het?

Het gaat bijvoorbeeld om stabiliteitsproblemen, risico op CO-vergiftiging, vocht of schimmelvorming. In het geval van een ongeschiktheidsverklaring is er ook minstens één ernstig gebrek, maar is er geen onmiddellijk gevaar.

Meer proactieve controles

In 2023 werden 3.006 woningen in Vlaanderen ongeschikt en onbewoonbaar verklaard. Nog eens 1.719 andere waren enkel ongeschikt. Het totale cijfer van 4.725 is het hoogste van de afgelopen vijf jaar, al is het beeld voor coronajaren 2020 en 2021 vertekend. In vergelijking met 2022 is er een stijging van 429.

Dat er meer woningen ongeschikt en onbewoonbaar worden verklaard, hoeft nog niet te betekenen dat er ook effectief meer woningen in een bouwvallige staat verkeren, legt woordvoerster van Wonen in Vlaanderen Dorien Van Cauwenberge uit. Zo is het best mogelijk dat de gemeenten zelf meer proactief gaan controleren. Bovendien voeren steeds meer gemeenten een conformiteitsattest in voor huurwoningen, waardoor ze dus automatisch meer controles moeten uitvoeren.

Nog eens 41 woningen werden vorig jaar onbewoonbaar verklaard op basis van de nieuwe gemeentewet. Het gaat dan om woningen die om meer acute redenen beschadigd zijn geraakt, zoals een brand, ontploffing of ongeval.


Bron: CIB.be